Spelsystemen Algemeen

We spelen met 5 vakken voor en 3 vakken achter de SV. Positie van de SV is pos 2 - 3. Voor de spelverdeler worden de vakken met 10-tallen aangeduid. ( l0 – 20 – 30 – 40 - 50 ). Achter de SV kennen we de vakken A – B - C. Het tempo waarin de set up gespeeld wordt ( 1 – 2 – 3 ), wordt aan het 10-tal toegevoegd. Zo ontstaat bijv. 52 of 53 . De 1 staat voor 1e tempo en 2 voor 2e tempo ( = combinatie of snelle bal om maximaal een 1 blok tegenover een aanvaller te krijgen ). Het 3e tempo is een hoge bal. ( Meestal in noodsituaties ). Als de pass niet op de juiste plaats aankomt, schuiven de afspraken als volgt mee: Vak 50 en C blijven altijd op dezelfde plaats. Dit voor de eventuele noodsituaties. De vakken het dichts bij de SV blijven ook zo lang mogelijk om combinaties doorgang te laten vinden. Vak 40 en B zijn dus de eerste vakken die eventueel vervallen. 11 Netcodering

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE4MjQy