Spelsystemen Algemeen

Hieronder volgt een korte samenvatting, waarin de belangrijkste kenmerken per spelsysteem wordt genoemd. Dit geeft enig inzicht in de methodiek die gehanteerd wordt . Spelsysteem 6 - 6 spelverdeler positie 1 ( C- jeugd ) Dit is de fasering waarin de spelers – vanuit het CMV volleybal - voor het eerst te maken krijgen met een groter veld, andere nethoogte, en andere spelsystemen. Belangrijk is om alle spelers kennis te laten maken met al deze veranderingen. Om die reden vindt dan ook nog geen specialisatie plaats en vervullen alle spelers dezelfde rollen. In deze fasering geven de spelverdelers een set-up vanaf positie 1. De spelverdeler verplaatst vanuit het achterveld naar het net / positie 2-3 en speelt vanaf die positie een set- up naar : ‒ positie 2 ( C2 / 3 ), ‒ positie 3 ( 12 ) en ‒ positie 4 ( 52 / 53 ). We passen met 3 ‘ hoofdpassers ’ en er kan gekozen worden om de voorspeler van positie 4 of positie 2 te betrekken in de pass. In de transitie kan gekozen worden uit 3 systemen, te weten 3-1-2 of 3-2-1 met elke zijn eigen voor- en nadelen. 13 Samenvatting spelsystemen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE4MjQy